Ik kijk naar voetbal! Ik? Naar het wereldkampioenschap en dan vooral naar de prestaties van ons eigen Nederlandse team. Ik verbaas mezelf want ik hou helemaal niet van voetbal! Begin normaal gesproken al te gapen als ik er voorbij zap. Ik houd überhaupt niet van verhaaltjes of praatjes over sport. Gooi de sportbijlage in de krant altijd ongeïnteresseerd van me af. Waarom grijp ik dan nu ieder moment aan om te volgen wat er gebeurt met ‘ons’ team? Kijk ik met interesse naar al die uitgevoetbalde mannen met hun ballenpraatjes? Lees ik ieder artikeltje waar ik tegenaan loop met een grote gretigheid? Dat is toch gek. Ik herken mezelf helemaal niet.

Waarom gedraag ik me zo? Wat maakt dat ik zo gegrepen ben? Als ik een beetje afstand neem van mijn gedrag, dan kom ik weer op vertrouwd terrein. Twee inzichten.

1. Ik ben niet de enige die kijkt. Sterker nog, meer dan de helft van Nederland kijkt en steeds als ‘ze’ moeten spelen, dan voel ik me in het collectief verenigd op een gedeeld doel. Dat is ontzettend aantrekkelijk. We willen winnen, kampioen worden! Ook al spelen we niet zelf, ‘onze jongens’ gaan het maken! Hoe dichter we ons doel naderen, hoe groter de ontlading bij de winst. Wat een explosie van energie! Dit kan er dus ontstaan als je samen hetzelfde wilt. In dit geval is het winnen in het spelletje voetbal, maar ik weet zeker dat het net zo goed kan gaan over welke waarde of ideaal dan ook.

2. Als ik het Nederlandse team zie spelen, dan wordt ik geraakt op een mogelijkheid. Zo kan een team dus functioneren! Niet het ego leidt, maar iets dat groter is. Het gaat overduidelijk om het team en lijkt daar zelfs aan voorbij te gaan.

Deze twee punten kan ik verbinden aan het nieuwe boek van Otto Scharmer (auteur van de U-theorie)dat ik op dit moment aan het lezen ben. Het heet: Leiden vanuit de toekomst. Met als ondertitel: ‘van ego-systemen naar eco-systemen’. De auteur doet een poging om een verklaring te geven voor ons onvermogen om zuinig te zijn op onze planeet. Hij vertelt over menselijke ontwikkeling, in bewustzijn en het daaraan gekoppelde groeiende vermogen om de complexiteit in onze (wereld)samenleving te doorzien. De vraag waar Scharmer me op dit moment in inspireert is: “hoe kunnen we groeien in ons bewustzijn, de complexiteit beter gaan doorzien?”.

Terug naar de voetbal. Wat maakt dat, bijvoorbeeld, een Wesley Snijder zich niet laat leiden door zijn egogerichte behoeften? Waarom loopt hij de benen uit zijn lijf om het team te dienen? Waarom lukt het Jasper Cillessen om bij de penaltywissel voorbij te gaan aan zijn primaire emoties en in 10 minuten tijd zich in zijn vreugdesprint weer krachtig kan verbinden aan het hoger doel van het team? Ik denk dat dit lukt omdat we allemaal te raken zijn op iets dat groter is dan onszelf. In dit voorbeeld het voetbalteam (alle 23!), en misschien wel ons land. Uit de mist is het allemaal heel helder en ben ik er van overtuigd dat geen mens alleen zijn eigen belang nastreeft. Hoe blijf ik dan uit de mist, kan ik groeien in bewustzijn? Het antwoord dat zie in dit voetbalspelletje is: inspirerend gedrag, leiderschap, toonzetters, verhalen en ervaringen die herinneren aan een ander perspectief. Dit toernooi heeft blijkbaar, geheel onverwacht, een zeer inspirerende uitwerking op me gekregen. Iets zegt me dat ik dit voorbeeld vaker zal gaan aanhalen in het werk dat ik doe met teams en organisaties 😉

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *